Tips

Reken 100 g gedroogde pasta of 125 g verse pasta per persoon voor een hoofdgerecht.

Tagliatelle is vooral geschikt voor witte sauzen op basis van boter of kaas.
Spaghetti is een veelzijdige pasta en geschikt voor sauzen op basis van tomaat, olijfolie of met vis.
Neem voor een vleessaus een dikkere pastasoort zoals penne of fusilli.

Kook pasta altijd in ruim kokend water van 100 ˚C om te voorkomen dat de pasta plakkerig wordt. Reken 1 liter water per 100 g pasta.
Voeg voldoende zout toe aan het kookwater zodat de pasta niet plakkerig wordt.
Tomaten ontvellen: snijd de onderkant van de tomaten in met een kruisje. Dompel de tomaten even in kokend water totdat de velletjes krullen en daarna in koud water. Daarna is het velletje makkelijk te verwijderen.
Vermeng de pasta na het afgieten direct met wat saus of olijfolie om plakken te voorkomen.
Voeg nooit olijfolie toe aan het kookwater voor de pasta. Door olijfolie blijft de saus bij het eten niet aan de pasta plakken.
Spoel pasta niet af, tenzij je een koude salade eet. Door het afspoelen gaan veel voedingsstoffen en zetmeel verloren.